Verslagen werksessies ronde 1:
- Kinderen uit de Knel-Echtscheidingsproblematiek
Deze werksessie werd gegeven door Margreet Visser (klinisch psycholoog en onderzoeker) en Elisabeth de Zeeuw (GZ-psycholoog en systeemtherapeut).
Voor meer informatie over de organisatie werd er doorverwezen.
Binnen deze sessie werden zes keystones behandeld. Hierbij werd aan de deelnemers gevraagd of zij een casus in gedachte wilden nemen om de grondslagen op toe te kunnen passen. Hierbij kon het gaan om een kind of om meerdere kinderen, waarbij sprake was van een conflict, over de zorg/opvoeding/onderwijs. Ook deelnemers die geen gezinnen zien werd gevraagd een casus te bedenken met een voor hen relevant probleem.
Er kwam ook en gemeenschappelijke factor naar voren, namelijk dat we allemaal willen dat het beter gaat met het kind.
Bij de zes keystones werd ook de samenhang besproken, waarbij het erom gaat dat het geen losse elementen zijn. Als je aan de ene knop draait, dan heeft dan invloed op de rest.
De volgende zes keystones (oftewel grondslagen/fundamenten) werden behandeld met uitleg:
1. Attitude: Het is belangrijk dat we een therapeutische houding aannemen van niet veroordelen. We zijn steunend, present, we hebben een sterk ethisch kompas en een houding van liefdevol beton. Machtsverschillen spelen hierbij vaak een rol. Als het gaat om het stuk grenzen, dan is er een meldcode die gebruikt kan worden.
2. Gemeenschap: We kunnen werken in een groep voor herkenning en erkenning. Hierbij kunnen we elkaar helpen en elkaars veerkracht versterken. Ook zijn er meer kleuren in een groep, oftewel de kracht van meerstemmigheid is hierbij van belang. Men is onderdeel van een netwerk in plaats van dat we dit zien als individuen. Er zijn namelijk vele betrokkenen. Ook kan men hetgeen dat geleerd wordt niet in zijn of haar alleen toepassen, daar heeft men anderen voor nodig. Ook als team heb je elkaar nodig, denk bijvoorbeeld aan emoties. Bovendien moeten we ons realiseren dat we geen geïsoleerde behandelingen geven, er is een voor- en natraject waar mensen bij betrokken zijn.
3. Kinderen centraal: Niet alleen ouders verliezen soms het belang van de kinderen uit het oog, ook bij andere betrokkenen zoals hulpverleners kan dit plaatsvinden. Er is geleerd dat we bij de intake vragen naar wat de ouder zelf kan doen om de situatie voor het kind te verbeteren. Het commitment geven dat de kinderen centraal staan is ook van belang. Bovendien is het belangrijk dat de ouders niet per se meer of beter met elkaar hoeven te gaan communiceren. Ook is het van belang dat de kindertherapeuten aan het woord komen. Ook als de supervisie vastloopt moet er gekeken worden hoe het gaat met de kinderen. Bij alles dient de vraag hoe het de kinderen helpt centraal te staan. De gezinnen staan centraal en daarbinnen weer de kinderen.
4. Destructieve patronen, invloed van stress: Hierbij spelen vooral de kwetsbaarheden bij ouders een rol.
5. Loslaten, illusie van controle: Ouders die zich in een conflict bevinden, moeten de overgang maken naar samen ouders zijn. Daarbij dienen ze het ideale idee los te laten. Mensen kunnen dan ook gelukkiger worden als ze loslaten. Daarbij kan het gaan om ouders, kinderen, hulpverleners, etc.
6. Veranderen door ervaren (actie, voelen, presenteren): Er kan ervaren worden bij andere ouders of in de groep. Het belangrijkste deel van de therapie is ervaren in plaats van praten.
Na het behandelen van deze keystones, gingen de leiders van de werksessie het rijtje af om te vragen welke keystone de deelnemers meenemen uit de sessie.
Er was geen tijd meer om de casussen te bespreken. Wel is er een gezamenlijke vraag geformuleerd voor een later onderdeel van het symposium:
“Hoe kunnen we de stress als professionals met elkaar laaghouden als verschillende mensen in een veranderende omgeving?”
- Villa Pinedo-Levens van kinderen met gescheiden ouders positief beïnvloeden
Het thema was: wat hebben jeugdigen nodig als hun ouders scheiden/gescheiden zijn en wat kan Villa Pinedo jeugdigen bieden.
In deze werksessie werd vooral gezonden en was het niet zo interactief. Toch waren de deelnemers erg betrokken bij de presentatie. Vooral het persoonlijke verhaal van twee ervaringsdeskundige jongeren maakte veel indruk op de deelnemers en van daaruit werden veel vragen gesteld aan de jongeren door hulpverleners. Dit gaf aanleiding tot een interessante uitwisseling over de dilemma's die hulpverleners ervaren bij hulpverlening aan kinderen in complexe scheidingssituaties.
Het gesprek liep uit op de vraag: Hoe kunnen we als hulpverleners (beter) luisteren naar de wensen en de stem van jeugdigen binnen de wettelijke kaders en vereisten?
Deze vraag werd ingebracht voor de dialoogsessies.
Algemene opmerkingen uit de sessie:
Wanneer kan een jeugdige terecht bij Villa Pinedo: Als een kind gescheiden ouders heeft is het genoeg om hulp te krijgen van Villa Pinedo.
Niet ieder kind hoeft een buddy maar het kan wel.
Twee ervaringsverhalen
Ervaringsdeskundige Nienke: “Ik gun andere kinderen van gescheiden ouders dat ze nog kind kunnen zijn bij hun ouders”
Behoefte dat andere volwassen vragen stellen over hoe het met ze gaat en hoe de scheiding is voor ze. Emotionele beschikbaarheid.
Kind heeft recht op contact met beide ouders, is dat ook een plicht? En kan een kind er ook op terugkomen? Wat is haalbaar voor het kind?
- Verklarende Analyse – Hilde Tempel (Accare)
Het invullen van de VK gaat samen met de cliënt en in de ‘taal’ van de cliënt; geen jargon! Hilde benadrukt het gevaar van het invullen van mogelijke problemen voor de ander. Een voorbeeld die ze erbij haalt is een kind die geen contact meer heeft met vader. “Wij zien dat als probleem, daar moeten we iets mee. Maar is het wel een probleem?” Maak het bespreekbaar en schiet vooral niet te snel in de interventiemodus, aldus Hilde. Ook benadrukt ze dat de VK geen vast stramien is, maar een groeidocument en aanpasbaar op de situatie van de cliënt.
De meerderheid van de jeugdhulpprofessionals in de ruimte is bekend met de analyse, bijna niemand past het al toe in de praktijk. Er blijkt nog geen duidelijke werkwijze in te zijn, en de strenge regels van de AVG-wet spelen vaak een belemmerende rol. De professionals geven aan dat organisaties hun eigen visie hebben op de VK en hoe de samenwerking met andere professionals moet verlopen.
De vraag die uiteindelijk ontstaat uit de werksessie luidt:
“Het wiel rondom de VK hoeft niet opnieuw uitgevonden te worden, maar een gestroomlijnde samenwerking tussen verschillende zorgverleners en professionals is nodig om de jeugdzorg te verbeteren. Vanuit de regio moeten hier afspraken over gemaakt worden, die ook de regels van de AVG-wet meeneemt.”
Team AnderS
De werksessie begon met een voorstelronde, waarbij de deelnemers – managers, beleidsadviseurs en een projectleider – zich kort voorstelden. Dit gaf direct een goed beeld van de aanwezige expertise en verantwoordelijkheden binnen de groep.
2. Delen van succesverhalen
Enkele succesverhalen werden gedeeld. Dit motiveerde de deelnemers en onderstreepte de waarde van samenwerking en inzet binnen Team AnderS.
Oefening 1: Positie bepalen aan de hand van een stelling
De eerste oefening draaide om de stelling: “Ieder kind verdient een veilig en stabiel thuis.” De deelnemers kregen de opdracht om fysiek in de ruimte een plek in te nemen die hun positie ten opzichte van de stelling reflecteerde. Daarna werd iedereen gevraagd hun positie toe te lichten. Enkele opmerkingen hierbij waren:
“Ik ben leerplicht. Ik verwijs vooral.”
Het viel op dat er een gevoel van afstand heerst tussen onderwijs en zorg, evenals met andere partners.
Deze oefening bracht naar voren dat sommige groepsleden zich nog ver verwijderd voelen van hun doelen in het verbeteren van de samenwerking en ondersteuning.
Oefening 2: Reflectie op positie
In een tweede oefening werd verder ingegaan op wat maakt dat een deelnemer op de eerder gekozen positie stond. Dit leidde tot diepere reflectie op de obstakels en kansen binnen het werkveld. Een belangrijke vraag die naar voren kwam was: “Lukt het ons om jongeren en hun gezin voldoende ruimte te geven om hun eigen route te lopen?” De antwoorden hierop waren divers, wat een breed scala aan perspectieven binnen de groep weerspiegelde.
Oefening 3: Groepsgesprek
De derde oefening bestond uit een dynamisch groepsgesprek, waarin deelnemers vrijuit in gesprek gingen. Dit zorgde voor levendige discussies, waarin deelnemers ideeën uitwisselden en niet uitgepraat raakten. Het gesprek gaf ruimte voor zowel uitdagingen als successen.
6. Inzichten en conclusies
Tijdens de sessie kwamen enkele belangrijke inzichten naar voren:
Er is veel overlap tussen de betrokken partners, maar de onderlinge verbinding verloopt moeizaam, mede door afwezigheid van partners op cruciale momenten.
Er zijn stappen nodig richting volwassen GGZ, om jongeren naadloos te begeleiden wanneer zij de overstap maken van jeugd- naar volwassenenzorg.
Desondanks heerst er optimisme binnen de groep over de mogelijkheid om deze doelen te bereiken.
NJI – Machteloosheid & stagnatie herkennen
Tijdens deze sessie ging het over de onderwerpen machteloosheid en stagnatie en het herkennen hiervan.
Eerst werd er aan de deelnemers gevraagd om na te denken hoe zij het gevoel van stagnatie en machteloosheid bij zichzelf herkennen.
Hierbij werd verteld dat de volgende voorbeelden vaak voorkomen: onzeker, strijd, irritatie en ongeduld.
Er werden vervolgens groepen gevormd bestaande uit zes deelnemers, waarin een Haiku gedicht gemaakt werd. Dit is een gedicht bestaande uit drie regels, met eerst vijf lettergrepen dan zeven lettergrepen en dan vijf lettergrepen.
De groepen gingen aan de slag en hierna werden de gedichten voorgedragen door een deelnemer uit elk team. Hiervan zijn video’s gemaakt.
Ten slotte hebben de groepen die dat wilden hun Haiku op papier gegeven aan de organisatoren/leiders van deze werksessie